Verhoging van uw pensioen

Goed om te weten

We hebben uw pensioen per 1 januari 2024 verhoogd met 3,51%. 

Goed om te weten

Door de versoepeling van de regels, is het voor pensioenfondsen tijdelijk eerder mogelijk om de pensioenen te verhogen. Het pensioenfonds moet dan voldoen aan drie voorwaarden:

  • de beleidsdekkingsgraad moet minimaal 105% zijn;
  • de actuele dekkingsgraad mag niet lager dan 105% zijn en door de toeslagverlening ook niet onder de 105% zakken;
  • het pensioenfonds verwacht de opgebouwde pensioenen mee te verhuizen naar het nieuwe pensioenstelsel.

Hoe dit precies zit leggen we aan u uit.

Beleidsdekkingsgraad is gestegen

De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen 12 maanden. Deze beleidsdekkingsgraad is het afgelopen jaar gestegen. 

Verhoging op basis van stijging prijzen
Natuurlijk verhogen we het liefst ieder jaar uw pensioen, zodat het meestijgt met de prijzen. We kijken hierbij naar de consumenten prijsindex (CPI) die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent. De CPI geeft de ontwikkeling van de prijzen van producten en diensten in een bepaalde periode aan. We kijken hierbij naar de periode oktober 2022 – oktober 2023. Op basis van deze prijsindex zou er geen verhoging gegeven kunnen worden.

Nieuwe berekening ontwikkeling prijzen
Het CBS heeft dit jaar een wijziging doorgevoerd om het prijsindexcijfer beter vast te stellen. De hoge schommelingen in de prijsindex werden veroorzaakt door de bewegende energieprijzen. Het CBS gaat sinds de zomer uit van de gemiddelde tarieven van energiecontracten in plaats van alleen de tarieven van nieuwe contracten. Het bestuur van ons fonds heeft besloten deze aanpassing voor 2023, toe te passen. Dit maakt het alsnog mogelijk om per 1 januari 2024 een toeslag te kunnen geven.

Onze verwachting: we verhuizen mee naar het nieuwe pensioenstelsel

Het bestuur verwacht de opgebouwde pensioenrechten en -aanspraken mee te verhuizen naar het nieuwe pensioenstelsel. Zowel het bestuur als sociale partners hebben deze verwachting uitgesproken. De sociale partners zijn de werkgevers- en de werknemersorganisaties. De pensioenrechten zijn de bedragen die we betalen aan de mensen die nu pensioen van ons ontvangen. De pensioenaanspraken zijn de tot nu toe opgebouwde pensioengelden door (oud-)werknemers voor hun toekomstige pensioenuitkering. We verwachten dat we deze bedragen samen meeverhuizen naar een pensioen dat past binnen het toekomstige nieuwe pensioenstelsel (volgens de Wet Toekomst Pensioenen).

Een verstandig besluit

Het bestuur moet een evenwichtig besluit nemen. Dat betekent dat het bestuur de belangen van iedereen die bij ons pensioen opbouwt, heeft opgebouwd of krijgt uitgekeerd, meeneemt bij het nemen van een besluit. De voor- en nadelen van het besluit heeft het bestuur op een rijtje gezet aan de hand van verschillende overwegingen.

Hoe heeft het bestuur dit gedaan? 

Het bestuur heeft voor iedereen gekeken naar de gevolgen op de langere termijn. Want als we nu een toeslag geven, daalt onze dekkingsgraad. En dat kan gevolgen hebben voor iedereen die bij ons pensioen opbouwt (of heeft opgebouwd). Die gevolgen kunnen per leeftijdsgroep verschillen. Daar heeft het bestuur rekening mee gehouden.

Berekeningen

Diverse berekeningen lieten ons zien dat de verhoging verstandig is. We maakten die berekeningen per leeftijdsgroep om de invloed van de verhoging te bepalen. De resultaten van die berekeningen passen binnen de gemaakte afspraken met de sociale partners over de risico’s.

We hebben de situaties berekend mét en zonder de versoepelde regels, waarbij er met de nieuwe methode prijsindexcijfer is gerekend voor de diverse leeftijdsgroepen. Als we geen gebruik hadden kunnen maken van de versoepelde regels, dan was de verhoging van 3,51% per 1 januari 2024 slechts 1,20% geweest.

In onderstaande grafiek ziet u het volgende:
• In de onderste lijn staan de leeftijdscategorieën, van 21 tot 100 jaar
• In de rechtopstaande lijn de percentages, van -3,0% tot 3,0%

 Conclusie

De verhoging heeft voor iedereen invloed op het pensioen. Of de invloed groot of klein is, positief of negatief is afhankelijk van de leeftijdsgroep waar iemand in valt. Het is belangrijk om te weten dat de invloed op het pensioen is gebaseerd op indicatieve cijfers, die nog kunnen veranderen op de langere termijn. Gepensioneerden en deelnemers dicht bij pensioenleeftijd profiteren van directe toename van uitkeringen en rechten. Bij jongere deelnemers weegt deze verhoging niet op tegen de effecten van de verhoging op het moment van invaren in het nieuwe pensioenstelsel.

Hieronder geven we uitleg per deelnemersgroep waar we de invloed zien.

  • Deelnemers die nog pensioen opbouwen (actieven)
    De groep actieven die dicht bij de pensioenleeftijd zit heeft voordeel van de verhoging vanaf het moment dat zij met pensioen gaan.
    Voor de overige deelnemers in deze groep heeft de verhoging een kleine negatieve invloed op het pensioenresultaat. Dit komt omdat we nu een deel van het vermogen gebruiken om de verhoging te kunnen geven. Dat heeft tot gevolg dat er op het moment van overgang naar het nieuwe pensioenstelsel Wet toekomst pensioenen in 2026 sprake is van een iets lagere toedeling van vermogen dan zonder de toeslagverlening het geval zou zijn.
  • Deelnemers die geen pensioen meer opbouwen (slapers)
    Voor de groep slapers heeft de verhoging een kleine negatieve invloed op het pensioenresultaat. Dit komt omdat we nu een deel van het vermogen gebruiken om de verhoging te kunnen geven. Dat heeft tot gevolg dat er op het moment van overgang naar het nieuwe pensioenstelsel Wet toekomst pensioenen in 2026 sprake is van een iets lagere toedeling van vermogen dan zonder de toeslagverlening het geval zou zijn.
  • Gepensioneerden
    Voor de groep gepensioneerden heeft de verhoging een positieve invloed. Dat komt omdat zij direct profiteren van een hogere uitkering.

Vragen?

Wilt u meer informatie hierover? Neem dan contact met ons op.