De werkgevers- en werknemersorganisaties in de sectoren Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie en Textielverzorging (MITT) hebben afspraken gemaakt over de nieuwe pensioenregeling van Pensioenfonds MITT. Deze werkgevers- en werknemersorganisaties noemen we ‘de sociale partners’.
De afspraken voor de nieuwe pensioenregeling van Pensioenfonds MITT staan in het ‘transitieplan’. Bekijk de samenvatting van het transitieplan of lees het volledige transitieplan. Hieronder vindt u de belangrijkste afspraken over de nieuwe pensioenregeling. Het is de bedoeling dat deze op 1 januari 2026 ingaat.
Doelstelling
De sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) en het bestuur van Bpf MITT willen een evenwichtige pensioenregeling voor jong en oud, nu en in de toekomst. Dat betekent dat bepaalde groepen naar verwachting geen extra voor- of nadeel hebben van de overgang naar de nieuwe pensioenregeling ten opzichte van anderen. Het delen van risico's (dit noemen we solidariteit) is hierbij belangrijk. Dit is het uitgangspunt voor de nieuwe regeling.
Een solidaire premieregeling
Er is gekozen voor een solidaire premieregeling. In deze regeling beleggen we het pensioengeld samen in één gezamenlijke pensioenpot waaruit we de pensioenen betalen. Voor jongeren wordt daarbij meer risico genomen dan voor ouderen. Het fonds bouwt namelijk het risico af naarmate de deelnemer ouder wordt. Daarnaast reserveren we geld in de solidariteitsreserve, zodat we een buffer hebben waarmee we financiële tegenvallers kunnen opvangen. Bijvoorbeeld als de beleggingsresultaten tegenvallen.
De sociale partners bepalen samen hoe we mee- en tegenvallers verdelen onder iedereen die bij ons fonds pensioen opbouwt of heeft staan. Elk jaar berekenen we de waarde van uw deel van de gezamenlijke pensioenpot. Zo maken we een inschatting van uw pensioen straks. Die inschatting zal ieder jaar anders zijn.
Solidariteitsreserve
We willen zoveel mogelijk voorkomen dat pensioenuitkeringen verlaagd worden. Daarom hebben we in de nieuwe pensioenregeling de solidariteitsreserve. Deze reserve kan gebruikt worden om verlagingen van pensioenuitkeringen te voorkomen, door de uitkeringen zoveel mogelijk aan te vullen tot het niveau van het voorgaande jaar. Op deze manier delen we samen de risico's. In hoofdstuk 3 van het transitieplan leest u welke doelen en regels de sociale partners voor de solidariteitsreserve hebben opgesteld.
Invaren
In het transitieplan vragen de sociale partners om de opgebouwde pensioenen in de nieuwe regeling op te nemen. Dat betekent dat het totale pensioenvermogen op 1 januari 2026 wordt omgezet in persoonlijk pensioenkapitaal. We noemen dit 'invaren'. U leest hier meer over in hoofdstuk 4 van het transitieplan.
Wat betekent de nieuwe pensioenregeling voor u?
-
Hoe hoog wordt mijn premie?
Net als in de huidige regeling legt u samen met uw werkgever 26,4% van uw pensioengrondslag in voor uw pensioen en voor de verzekering van het nabestaandenpensioen.
-
Wat krijgen mijn nabestaanden als ik overlijd?
Partnerpensioen
- Overlijd u voor uw pensioenleeftijd, dan ontvangt uw partner levenslang partnerpensioen van 25% van het pensioengevend salaris. Daarnaast ontvangt uw partner een tijdelijk partnerpensioen van € 5.000 per jaar (parttime gerelateerd) tot zijn of haar AOW-datum.
Het partnerpensioen is een verzekering. Gaat u uit dienst en heeft u geen andere pensioenregeling? Dan loopt de verzekering voor het partnerpensioen maximaal 3 maanden door. Daarna kunt u het partnerpensioen nog 15 jaar vrijwillig verzekeren op eigen kosten. Heeft u een nieuwe baan met een pensioenregeling? Dan kunt u de verzekering stopzetten. Bij uw nieuwe werkgever is namelijk vaak weer een partnerpensioen verzekerd. - Overlijd u na uw pensioenleeftijd, dan ontvangt uw partner levenslang partnerpensioen van 70% van de verwachte levenslange ouderdomspensioenuitkering.
Wezenpensioen- Het wezenpensioen bij overlijden vóór uw pensioenleeftijd is 10% van het pensioengevend salaris. De uitkering wordt uitbetaald tot 25 jaar.
- Bij overlijden na uw pensioenleeftijd is het wezenpensioen 20% van de verwachte levenslange partnerpensioenuitkering. De uitkering wordt uitbetaald tot de leeftijd van 25 jaar.
- Overlijd u voor uw pensioenleeftijd, dan ontvangt uw partner levenslang partnerpensioen van 25% van het pensioengevend salaris. Daarnaast ontvangt uw partner een tijdelijk partnerpensioen van € 5.000 per jaar (parttime gerelateerd) tot zijn of haar AOW-datum.
-
Wat gebeurt er als ik arbeidsongeschikt word?
Als u arbeidsongeschikt wordt, blijft u pensioen opbouwen. U hoeft zelf geen premie te betalen, deze wordt betaald door het pensioenfonds. Bent u gedeeltelijk arbeidsongeschikt, dan betaalt u alleen premie voor het deel dat u nog wel werkt.
-
Heb ik nadeel van de overstap naar de nieuwe regeling?
Bouwt u op dit moment pensioen op bij MITT en bent u tussen de 40 en 60 jaar? Dan kunt u nadeel hebben van de overstap naar de nieuwe regeling. De sociale partners hebben daarom besloten dat er voor deze groep een compensatie komt. Er wordt voor de hoogte van de compensatie gekeken naar het geboortejaar van de deelnemer en het gemiddelde salaris en opgebouwd pensioen van de deelnemers uit dat geboortejaar.
Op het moment dat uw opgebouwde pensioen wordt omgezet naar de nieuwe regeling, wordt deze compensatie in één keer toegevoegd aan de persoonlijke pensioenpot van de deelnemer. Of het pensioenfonds de compensatie (volledig) kan uitkeren, hangt af van de economische situatie en de dekkingsgraad van het fonds.Gaat u bijna met pensioen? Dan merkt u weinig van de overstap naar de nieuwe regeling. U heeft namelijk al het grootste deel van uw pensioen opgebouwd.