De nieuwe regels voor pensioen

We leven langer
Daarom krijgen steeds meer mensen langer pensioen. Met de huidige regels voor pensioen kunnen we de pensioenen op de lange duur niet meer betalen.

Pensioen sluit beter aan bij onze maatschappij en arbeidsmarkt
We werken anders dan vroeger. We wisselen vaker van baan of starten een eigen bedrijf. De nieuwe regels voor pensioen sluiten beter aan op deze veranderingen.

Uw pensioen gaat meebewegen met de beleggingsresultaten van het fonds
Zijn er goede beleggingsresultaten? Dan zal uw pensioen sneller stijgen. Maar als het minder goed gaat met de economie, gaat uw pensioen ook sneller omlaag. Door een reserve wordt een daling zoveel mogelijk voorkomen.

Pensioen wordt duidelijker en persoonlijker
Het is voor veel mensen niet duidelijk hoeveel pensioen ze nu opbouwen. Straks ziet u beter hoeveel inleg u en uw werkgever inleggen voor uw pensioen. En wat uw deel van de gezamenlijke pensioenpot (van het pensioenfonds) is. Deze regeling heet de premieregeling.

De nieuwe regels voor pensioen gelden sinds 1 juli 2023. Op deze datum ging de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in. Alle pensioenfondsen in Nederland hebben tot 1 januari 2028 de tijd om hun pensioenregeling hierop aan te passen.

De nieuwe pensioenregeling is een zogenaamde solidaire premieregeling. Wat er anders is, hebben we voor u op een rij gezet. U kunt ook de animatie bekijken die uitleg geeft over de nieuwe regeling.

Klik hier voor een overzicht van wat er verandert en om de animatie te bekijken.

Een aantal punten van de nieuwe pensioenregeling blijven gelijk aan de regeling die geldt tot het moment dat we overgaan op 1 april 2026. Deze hebben we voor u op een rij gezet.

In een solidaire premieregeling zijn er afspraken gemaakt over de inleg voor uw pensioen. Die inleg is het geld dat u samen met uw werkgever opzijzet voor uw pensioen. We noemen die inleg de premie. In de nieuwe regeling staat de hoogte van uw pensioen niet vast. We leggen het uit in een animatie.

In de nieuwe regeling is het pensioen voor uw partner en kinderen als u komt te overlijden een verzekering. Na uw overlijden is er pensioen voor uw partner zolang deze leeft en voor uw kinderen tot de leeftijd van 25 jaar.

Partnerpensioen in de nieuwe regeling

• Overlijdt u voor uw pensioenleeftijd, dan ontvangt uw partner levenslang partnerpensioen van 25% van uw pensioengevend salaris. Daarnaast ontvangt uw partner een tijdelijk partnerpensioen van € 5.000 per jaar (parttime gerelateerd en geïndexeerd) tot zijn of haar AOW-datum.
• Het partnerpensioen is een verzekering. Gaat u uit dienst en heeft u geen andere pensioenregeling? Dan loopt de verzekering voor het partnerpensioen maximaal 3 maanden door. Daarna kunt u het partnerpensioen nog 15 jaar vrijwillig verzekeren op eigen kosten. Heeft u een nieuwe baan met een pensioenregeling? Dan kunt u de verzekering stopzetten. Bij uw nieuwe werkgever is namelijk vaak weer een partnerpensioen verzekerd.
• Overlijdt u na uw pensioenleeftijd, dan ontvangt uw partner levenslang partnerpensioen van 70% van de verwachte levenslange ouderdomspensioenuitkering.

Wezenpensioen in de nieuwe regeling

• Het wezenpensioen bij overlijden vóór uw pensioenleeftijd is 10% van uw pensioengevend salaris. De uitkering wordt uitbetaald tot de leeftijd van 25 jaar.
• Bij overlijden na uw pensioenleeftijd is het wezenpensioen 20% van de verwachte levenslange partnerpensioenuitkering. De uitkering wordt uitbetaald tot de leeftijd van 25 jaar.

Nabestaandenpensioen uit huidige regeling gaat mee naar nieuwe regeling
Hebt u in de huidige pensioenregeling partner- en wezenpensioen opgebouwd? Dan wordt dit omgezet in nabestaandenpensioen volgens de nieuwe pensioenregeling. U raakt dit pensioen dus niet kwijt door de omzetting.

Als u arbeidsongeschikt wordt, bouwt u nog steeds pensioen op. De premie wordt betaald door het pensioenfonds. U hoeft deze niet zelf te betalen. Bent u gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan legt u voor het deel dat u nog werkt wel zelf geld in voor uw pensioen.